Inbreng in natura en quasi-inbreng
In het vennootschapsrecht werden twee courante opdrachten exclusief aan bedrijfsrevisoren toegekend. Deze hebben betrekking op het toezicht op de waardering van goederen, die bij oprichting van vennootschappen met een beperkte aansprakelijkheid rechtstreeks of onrechtstreeks een impact hebben op de kapitaalvorming. Wanneer bij oprichting van een vennootschap het kapitaal gevormd wordt op een andere manier dan door geld, spreekt men van een inbreng in natura. Over de waarderingsmethoden, die de oprichters wensen te hanteren bij deze operatie, dient een bedrijfsrevisor zijn oordeel te geven onder de vorm van een schriftelijk verslag. Wanneer een vennootschap binnen twee jaar na haar
oprichting een vermogensbestanddeel wil aankopen dat toebehoort aan een
oprichter, een vennoot of een zaakvoerder/bestuurder tegen een vergoeding van
ten minste één tiende van het geplaatste kapitaal, dan spreekt men van een quasi-inbreng.
Ook in deze situatie dient een bedrijfsrevisor, naast de beschrijving van de
goederen zelf, zijn oordeel te geven omtrent de voorgestelde waardering. Downloads: ![]() Controlelijst: te bezorgen documenten bij kapitaalverhoging met inbreng in natura Controlelijst: te bezorgen documenten bij oprichting met inbreng in natura Controlelijst: te bezorgen documenten bij quasi-inbreng Aanstellingsbrief bij kapitaalverhoging met inbreng in natura Aanstellingsbrief bij oprichting met inbreng in natura Aanstellingsbrief bij quasi-inbreng Modelverslag bestuursorgaan bij kapitaalverhoging met inbreng in natura Modelverslag oprichters bij oprichting met inbreng in natura Modelverslag bestuursorgaan bij quasi-inbreng
|